
Als we naar levende Guus kijken zagen we een hoop belijning in haar schoudergebied. Tijdens de dissectie kwam hier ook veel van naar buiten.
Even voor de duidelijkheid een plaatje van de schouder met spieren en namen:

De Deltoid spier van Guusje staat abnormaal strak, dit is tegelijkertijd een indicator voor schouder problemen. Ook was de peesplaat bijna helemaal verkleefd. Fascia is een soort bindweefsel die zorgt dat alle structuren mooi naast of langs elkaar bewegen. Wanneer een spier ongezond is wordt de fascia ook ongezond en dan gaat het verkleven. De structuren gaan niet meer mooi langs elkaar op maar zetten zich als het ware vast.
Hierdoor heeft de infraspinatus o.a. ook extra hard moeten werken. Deze spier werd dus overbelast.
De teros minor is een spier die het schoudergewricht laat buigen en het ledemaat lateraal roteert. Lateraal betekent in medische termen naar buiten toe. Het is aangezien het schoudergebied aardig wat problemen liet zien, ook in mijn vorige blog over de brachiocephalic, geen wonder dat de teres minor ook problemen ondervindt. Zo was de teros minor in Guusje haar geval groter dan normaal, dit noemen we ook gehypertrofeerd. Daarnaast bestond de peesplaat hoofdzakelijk uit losse strengen, dit is absoluut geen gezonde structuur en geeft aan dat deze hard heeft moeten werken.
Ten slotte werden er op de scapula (het schouderblad) aan de linkerschouder 2 ongesloten foramen gevonden. Foramen zijn “gaatjes” in het bot waar zenuwen en bloedbanen doorheen kunnen lopen, ook wel voedselkanaaltjes. Deze 2 foramen horen in het 2e levensjaar van een paard te sluiten. Bij Guusje was dit dus niet het geval, dit komt door trauma. Het zou bijvoorbeeld door een klap op de schouder kunnen komen.

Reactie plaatsen
Reacties